delyk ontfing en verwelkoomde. Wanneer nu het Eeten bereid en de Tafel gedekt was, zeide gemelde Heer, koom Vriend laat ons Eeten. Als het u belieft myn Heer antwoorde hy, gaat daar zitten zeide de Tractant, als het u belieft Myn Heer antwoorde hy verder, over Tafel zittende, zeide de Heer laat ons eens drinken. Hy beantwoorde het al weder met zyn oude als u belieft myn Heer. Ik wensch u gezondheid zeide de tractand. Ik bedank u Myn Heer antwoorde de Gast. Om kort te gaan al wat de Heer zeide tegen of wilde gedaan hebben door den Gast, wierd van hem met iever en beleefdheid zonder tegenspreeken verricht, waarop hy na lang genoeg zyn's Oordeels daar vertoefd te hebben wilde vertrekken, bedankende derhalve gemelde Heer voor zyn vriendelykheid, die hem zeide op eene anderen tyd eens weder te moeten komen. Hy vertrok dan zonder slagen, waar over hy zeer verwondert was, en wederkeerende verzogt hy de reeden te moogen weeten, waarom hy zonder en andere met slaagen scheide: om dat ik antwoorde de Heer, Meester in myn huis wil blyven, en myn zin moet gedaan worden, en alle myne Gasten hebben nog tegen myn zin aangegaan, wilde ik hebben dat men haar gezondheid drinken zouden. &c. &c. zo dronken zy myne, en gy hebt al gedaan wat ik gewilt hebbe, derhalve vertrekt gy als