Aardige vermaakelyke tyd-kortende vertellingen

Waarheid en bedrog.

Een Jongman, wiens Vrienden hem gaarn aan een goed Huwlyk wilde helpe, vonden eindelyk een Welbemiddelde Vryster voor hem, in wien hy ook veel genoegen vond, de Vrienden die voor hem het Huwlyk verzogten, wierden gevraagd hoe veel Capitaal hy wel meede

[p. 74]

ten Huwlyk zoude brengen, zy antwoorden Zeventig duizend gulden, de Juffrouws Vrienden vraagde verder waar in dat Capitaal bestond, men zeide aan Landen, Obligatien, Scheepsportien, Huiscieraaden, Koets en Paarden &c. De Juffrouws Vrienden vraagde, of daar niets onder was dat te hoog wierd geschat, waarop de Versoekers antwoorden, dat zy alle de Goederen tot die preis als dezelve gewaardeerd waaren wel wilde overneemen, uitgezonderd twee Paarden en een Koets, op welke hy zyn Zinnen wat te veel gezet heeft, en over zulks te hoog gewaardeerd. De Dochters Vrienden dachten laat dit al eens een duizend gulden of twee rendeeren, wat kan dat maaken? Viat het Huwlyk gong aan, voltrokken zynde, bevond men dat hy de Paarden en Koets wel op vyftig duizend gewaardeerd had.