Aardige vermaakelyke tyd-kortende vertellingen(ca. 1750)–Anoniem Aardige vermaakelyke tyd-kortende vertellingen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 34] [p. 34] Het kwaad Wyf. Hoe Dondert hier de stem? hoe Bliksemt hier 't geluid? Hoe doet hier Belzebub twee t' zaam gesmolte Zielen Voor 't Altaar van den Vloek in toorne nederknielen? Waar door de Bitse Nyd verborg'ne Zaaken uit': Hoe raast gy als ontzint? wat of dit woên beduit? Tragt gy door drift elkaâr; zo staande te vernielen? Zo denk, treff' d'eenen 't quaad, 't volg d'and'ren op de Hielen; Quets' gy uw' Man, gewis gy schend uw' eigen Huid. 't Ontsteeken van de vlam wierp weder donder klooten, Moord-dolken, die den Haat door 't Schelden zeer vergrooten, Haar Man die was een Schelm en Deugniet en een Zot. 'k Vroeg, Moêr! wat heeft uw Man voor heilloos quaad bedreven, Waarom gy hebt zo lang gevloekt, geraast, gekeven? Die Hond, riep zy my toe, brak myne beste Pot. Vorige Volgende