Aardige en vermakelyke joe, joe, joe(1792)–Anoniem Aardige en vermakelyke joe, joe, joe– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 90] [p. 90] Een Nieuw Lied. Tegen Zang: Op daar was eens een Jong Meisje. Op dezelfde Wys. 1. O Hemel wat moet ik lyden, In myn bedroefde staat! Kwam my nog eens, Kwam my nog eens, Fourtuyn te baat: Dat ik mogt triompheren, Dan was myn hert verblyd, Uit spyt, uit spyt, Van al die myn benyd. 2. Maar ach het gaat met my net, Gelyk de Dorps Heer, Fourtuyn wil my, Fourtuyn wil my, Niet dienen meer; Schoon ik niet hoef na Rysel, Om een Meisje te gaan, Was ik, was ik, Maar eens verlost daar van. 3. Dus kan een Meisje aardig, Thans in verdriet wel zyn, Zoo als het is, Zoo als het is, Gebleeken aan myn, [pagina 91] [p. 91] Ik trouwde een Diana, Een schoone Veld-Godin, Maar ach! maar ach, Ik dog bedrogen bin. 4. Dus ken ik het niet geloven, Hoe dat men waar gy zyt, Dat zoo een Meid, Dat zoo een Meid, Haar eer was kwyd. Haar tuyn was wel te ploegen, Haar roosje was geplukt, Dat myn, dat myn, Baat veel ongenugt. 5. Zoo doen die kruysbaans Meisjes, Zy vangen u in 't net, Ziet eens dan aan, Ziet eens dan aan, Hoe dat gy zit, Al klimt gy op de Duynen, Zy zien u eenmaal aan, Gy moet, gy moet, Met haar wel heenen gaan. 6. Oorelof gy Jongegezellen, Die hier in 't ronde staan, Denk maar eens aan, Denk maar eens aan, Hoe 't myn is gegaan? Dus gaan ik myn besluyten, En hoop dat myn Jong hert, Met vreugt, met vreugt, Nog eens bestreden wert. Vorige Volgende