Aardige en vermakelyke joe, joe, joe(1792)–Anoniem Aardige en vermakelyke joe, joe, joe– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 45] [p. 45] De Braave Schoonmaakster. Stem: Zonder liefde, zonder wyn. 1. 'k Zit hier op de stoep, en wagt, zou de Meid niet hooren! Ja, al legt zy warm en zagt, 'k Moet haar slaap tog stooren; 'k Schel nog eens, het word ook tyd, 't zou my haast verveelen, Als ik hier de tyd verslyt zou 'k het dâgloon steelen. 2. 'k Heb ook nog zo veel te doen, Eerst de trap en 't zaaltje, Daar ik alles schoontjes boen, En dan aan 't portaaltje, 'k Moet nog schuuren nat en droog, Keuken zelfs en Kelder, En niet slegts zo wat voor 't oog, Maar ter deeg en helder. 3. Juffrouw gaat my wel niet na, Maar zou ik verdraagen, Dat zy, als ik heenen gaa, Reden vind tot klaagen, 'k Word van haar zo wel beloond, En kryg kostelyk eeten, 't Is dan billyk dat men toont [pagina 46] [p. 46] zelfs zyn pligt te weeten. 4. 'k Denk wel eens, het valt tog zwaar, Dag aan dag te slooven, Had ik werk voor 't gansche jaar Ik kwam 't nog eens te boven, Maar van 't geen ik zomers win Moet ik 's winters leeven, En dan heeft het moeite in Elk het zyn te geeven. 5. Maar dit krenkt geenzins myn moed, 'k Ben tog wel te vreeden, Heb ik dan geen overvloed, 'k Heb gezonde leden, zyn myn kleeren eens wat slegt, Oud, en vol met lapjes, 't Schaad niet, als slegts ieder zegt, ze is tog schoon en knapjes. 6. 'k Ben gezond en vlug en sterk, 'k Win myn brood met eeren; Als ik trouw ben in myn werk Kan my niemand deeren, Daar geen mensch myn lot benyd, Heb ik niets te vreezen; 'k Schel nog eens, waar blyft de Meid, zagt,... daar zal ze weezen. Vorige Volgende