Aarts' Letterkundige Almanak voor het Willem Elsschotjaar 1982
(1981)–Willy Tibergien, Dick Welsink, [tijdschrift] Aarts' Letterkundige Almanak– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 56]
| |
Alfons Jozef de Ridder
| |
[pagina 57]
| |
Reclameman Alfons de RidderHet behoort tot de vaste tradities binnen de vaderlandse journalistiek om op zoek te gaan naar de mens achter de schrijver Willem Elsschot. Daartoe reist men af naar Antwerpen, klampt daar diens oudste zoon Walter aan in zijn stamcafé en vervolgens noteert men onder het genot van talrijke ‘pelellekes’ een handvol anekdoten uit het leven van Alfons de Ridder. Aldus verging het Bibeb, Adriaan van der Veen, Simon Carmiggelt, Jan Spierdijk, Bob den Uyl, Eelke de Jong en Jacob Groot. Het is vreemd dat tot op heden blijkbaar niemand op het idee is gekomen van de gelegenheid gebruik te maken om de Antwerpse Stadsbibliotheek te bezoeken en aldaar een aantal kaartenbakken open te trekken. Het zou toch niet onmogelijk zijn dat het model voor het Wereldtijdschrift, de door De Ridder, Jules Valenpint en René Leclercq opgerichte Revue Continentale Illustrée, gewoon in het archief voor het oprapen lag. Of dat de Almanach des families nombreuses, de zakelijke onderneming die volgens Ter Braak het Wereldtijdschrift nog slaatGa naar eindnoot23/, via een simpel aanvraagbriefje boven water kon worden gebracht. Over het Wereldtijdschrift is inmiddels genoeg bekend (er bestaat zelfs een roman over!), maar het verhaal over de ‘families nombreuses’ is nog nooit verteld. De Bond der Kroostrijke Gezinnen werd opgericht in het najaar van 1920, op initiatief van Kolonel Louis Lemercier. Hij wilde de kroostrijke gezinnen ‘in hun eigen ogen en voor de openbare mening verheffen, en de uitstekende diensten, door hen aan de natie bewezen, op de voorgrond brengen.’ Het werd tijd dat deze gezinnen hun rechten opeisten en de handen ineen sloegen om de instellingen en de wetten te wijzigen. Let wel: het ging er niet om ‘wat hulp af te bedelen’, zo liet de kolonel weten, doch wel ‘om billijke compensatiën te verkrijgen in ruil voor al wat de kroostrijke gezinnen het land ten goede brengen.’Ga naar eindnoot24/ De boodschap van Lemercier vond in het katholieke, dus kinderrijke België een gretig gehoor. De Bond groeide van 3000 leden in 1921 tot ruim 50.000, vijf jaar later. Er verscheen een jaarboek, nog een jaarboek en Jules | |
[pagina 58]
| |
Afb. 14 De Ridder als uitgever, samen met Léonce Leclercq en Lo de Haas, in 1931. (Collectie Stadsbibliotheek Antwerpen)
| |
[pagina 59]
| |
Valenpint (het model voor Boorman van het Wereldtijdschrift) regelde de publiciteit.Ga naar eindnoot25/ Ondertussen bouwden De Ridder en zijn nieuwe compagnon Léonce (broer van René) Leclercq hun reclamebureau La Propagande Commerciale Leclercq et De Ridder uit tot een grote onderneming. Er kwam een tweede vestiging, in Brussel, en een derde compagnon: de Amsterdammer Lodewijk Daniël de HaasGa naar eindnoot26/. Gedrieën tekenen zij voor een gigantisch prestigeproject: Le Livre d'Or du Centenaire de l'Indépendance Belge, 1830-1930 (afbeelding 14). Het Boek bevatte portretten van Koning Albert en Koningin Astrid (etsen van jeugdvriend Walter Vaes) en talloze gewichtige artikelen (van o.a. jeugdvriend Ary Delen) over het wedervaren van het Koninkrijk. Voor het Comité van Aanbeveling had men naast de Minister President ondermeer de uit Lijmen bekende Kardinaal van MechelenGa naar eindnoot27/ gestrikt. Omstreeks deze tijdGa naar eindnoot28/ komt Jules Valenpint te overlijden. Of er een oorzakelijk verband bestaat tussen dit overlijden en de beslissing van De Ridder zijn compagnons in de steek te laten en voor zichzelf te beginnen, kan ik niet aantonen (de heer Walter de Ridder bleek tijdens mijn bezoek aan zijn stamcafé helaas op vakantie te zijn), feit is dat eind 1932 een almanak het licht ziet ‘uitgegeven onder de hooge bescherming van den Bond der Kroostrijke Gezinnen van België’. Als uitgever staat op de titelpagina vermeld: ‘A. de Ridder, Lemméstraat 21, Antwerpen. Lid van den Bond’ (!) (afbeelding 15). De uitgave is voorzien van een voorrede van L. Lemercier, die het inmiddels tot Generaal heeft gebracht: ‘Een Almanak der Kroostrijke Gezinnen? Ziedaar het idee dat de Heer De Ridder mij kwam onderwerpen. En vrij spoedig heb ik mijn volle goedkeuring verleend aan een onderneming die voor doel had de Kroostrijke Gezinnen in 't bezit te stellen van een eigen Almanak die voor hen allerlei waardevolle inlichtingen zou bevatten. | |
[pagina 60]
| |
Afb. 15 De Ridder als zelfstandig uitgever in 1932. (Collectie Stadsbibliotheek Antwerpen)
| |
[pagina 61]
| |
Gezinnen: zijn inrichting, zijn streven, zijn programma, zijn leiders. Bovendien moet hij juiste en wetenswaardige inlichtingen bevatten omtrent kwesties die voor Kroostrijke Gezinnen van belang zijn, zooals Familietoeslagen, Belastingen, Goedkoope Woningen, enz. enz. De studies zijn geschreven door vrienden van onzen Bond. De namen dezer medewerkers zijn voor de lezers de beste waarborg wat bevoegdheid van de schrijvers betreft. De Almanak bevat ook een adreslijst van winkeliers en handelaars die aan onze leden een bijzondere prijsvermindering toestaan. Tenslotte bevat hij, als een echte Almanak, talrijke nuttige inlichtingen en wenken van allen aard, die in een groot gezin te pas kunnen komen. Het Bureau van ons Centraal Komiteit heeft volgaarne de Officieele Bescherming van den Bond aan het ontwerp van den Heer De Ridder verleend. Zijn referenties, zijn voorgaande uitgaven, zooals het prachtige Gulden Boek van het Eeuwfeest der Belgische Onafhankelijkheid, door hem in samenwerking met zijn vroegere vennooten uitgegeven, dat alles geeft ons de zekerheid dat hij ook in deze nieuwe onderneming slagen zal, tot grooter nut en genoegen der Kroostrijke Gezinnen. Afb. 16 Generaal Louis Lemercier.
Generaal L LEMERCIER, Algemeen Secretaris van den Bond der Kroostrijke Gezinnen.’ | |
[pagina 62]
| |
Afb. 17 Voorbeeld van een kroostrijk gezin.
| |
[pagina 63]
| |
Inderdaad: dit is ‘Lijmen’ op niveau! Het zwakke punt van het Wereldtijdschrift, de verspreiding, is nu opgelost: daarvoor zorgt de Bond met zijn ledental dat inmiddels tot 161.091 is opgelopen. De Ridder financiert de onderneming door het werven van advertenties. En dat is een dankbaar karwei, want het bereik van de almanak is groot. Hòe kroostrijk die gezinnen zijn, bewijst de foto van het gezin van Generaal Lemercier (afbeelding 17): de lezerskring van de Almanak is wellicht het tienvoudige van die 161.091. En wie zou voor zo'n groot publiek niet willen adverteren? De uitgever van de Almanak maakt het nog aantrekkelijker. Wie de leden van de Bond 10 procent korting toestaat, krijgt een ereplaats in de Lijst der Aanbevolen Winkels. Maar laten we De Ridder zelf het woord geven: ‘Hierachter volgt een lijst van winkeliers waarvan de meesten, niettegenstaande de crisis, er in toegestemd hebben aan alle Kroostrijke Gezinnen een prijsvermindering op hunne aankoopen toe te staan. Niettegenstaande de crisis worden de jaren dertig voor De Ridder, behalve een literair, ook een zakelijk succes. Tussen 1932 en 1941 verschijnt vijf maal zijn Advertentiefuik voor de Kroostrijke Gezinnen, steeds gevuld met verslagen van de onderafdelingen van de Bond, tips om kinderbijslag te verwerven, aanbevelingen voor | |
[pagina 64]
| |
Hongaarse dienstmeisjes, recepten voor de huisvrouw en Lijsten van Aanbevolen Winkels. In de oorlogsjaren wordt de Almanak stopgezet. De activiteiten van De Ridder verplaatsten zich naar een andere almanak, de vanouds bekende Snoeck's. In de kleine en de grote Snoeck's voor 1943 verschijnt het volgende bericht: Voor al uw publiciteit gelieve u rechtstreeks te richten bij onzen verantwoordelijken agent: Tot aan zijn dood in 1960 is De Ridder ‘concessiehouder’ voor de grote, kleine en jeugdalmanak van de firma Snoeck-Ducaju en Zoon te Gent. Hij ontwerpt daarnaast de advertenties voor Côte d'Or, Kwatta en de Volksgazet.Ga naar eindnoot29/ En hij schrijft de beroemde mosterdverzen voor Ferdinand Tierenteyn te Gent, waarvan er één, de Lofzang op de mostaard, reeds afgedrukt is in het prentenboekje Kijk, Willem Elsschot. In Snoeck's Almanak voor 1949 verschijnt het eerste mosterdvers; in de jaren daarna komen er nog acht nieuwe bij (die tot grote vreugde van Ferdinand Tierenteyn in Aarts' Almanak opgenomen zijn; afbeeldingen 19 t/m 27). In dezelfde stijl vindt men in Snoeck's 1951 een lofzang op de elektriciteit (afbeelding 28).
Zeker niet is hiermee een afgerond beeld van de commerciële activiteiten van de heer De Ridder gegeven. Daarvoor moet nog teveel ontdekt worden: de Catalogus van de Internationale Landbouwtentoonstelling bij voorbeeld, waarvoor De Ridder reeds zoveel inschrijvingen (en advertenties) verzameld had dat het ministerie wel tot zo'n tentoonstelling móest besluiten.Ga naar eindnoot30/ Of het Gouden Boek van het Belgisch Verzet, waarvoor De Ridder en zijn zoon Walter met name firma's met een dubieuze reputatie aanschreven.Ga naar eindnoot31/ | |
[pagina 65]
| |
En natuurlijk is de Revue Continentale Illustrée nog niet gevonden. Ook deze speurtocht heeft niets opgeleverd. Zou die Revue eigenlijk wel ooit bestaan hebben? Zou De Ridder de fictie van Lijmen niet pas later tot werkelijkheid hebben verheven? Ik neig er steeds meer toe dit laatste te geloven.
Antwerpen/Amsterdam, augustus 1981 Vic van de Reijt Afb. 18-28 Advertenties uit Snoek's Almanak voor de jaren 1949-1959, vermoedelijk alle geschreven door Alfons de Ridder.
Na diens dood namen zijn zoon Walter de Ridder en zijn vriend Fritz Francken het schrijven van de mosterdadvertenties over. | |
[pagina 66]
| |
1949
| |
[pagina 67]
| |
1950
| |
[pagina 68]
| |
1951
1952 1958 | |
[pagina 69]
| |
1953
| |
[pagina 70]
| |
1954
1960 | |
[pagina 71]
| |
1955
| |
[pagina 72]
| |
1956
| |
[pagina 73]
| |
1957
| |
[pagina 74]
| |
1959
| |
[pagina 75]
| |
1951
| |
[pagina 76]
| |
Afb. 29-30 Bladvulling: Godfried Bomans, Willem Elsschoten een beremuts.
|
|