Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[De Wolf in 't Schaepsvel]Wolf in 't Schaepsvel, De -, berispdicht van Jacob Zeeus, zie daar. Hekeling van de valse priesters, de farizeeërs, ook van de vervolging van mannen als Cartesius en Kok, d.i. Coccejus. Het volk wordt met fabels en vertelsels (bijgeloof) bedot: | |
[pagina 617]
| |
Men jaeght een kint te bet
met toverhexen, kollen,
Kaboutermannetjes, nachtmerrien en spook;
En 't lichtgeloovigh wicht,
voor schaduwen en rook,
Voor 't meeuwen van de kat,
en 't kraken van de trappen bevreest,
Durft niet een voet van 's moeders zijde stappen.
|
|