Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[Joan Hendrik Swildens]Swildens, Joan Hendrik -, 1745-1809, vertoefde in Rusland 1773-'78, woonde daarna te Amsterdam, ijverde voor de Verlichting; de man der Vaderlandsche Sociëteit, ‘huispublicist’ van de Patriottische regenten tot 1787. Na acht magere jaren werd hij hoogleraar in de rechten te Franeker. Hij was begonnen in 1779 met de Bardietjes, en in 1781 met zijn Vaderlandsch A.B.-boek voor de Ned. jeugd. Zijn geboorteplaats was Voerendaal in Limburg, waar zijn vader schoolmeester, secretaris en notaris was. Hij studeerde te Groningen. Op zijn reis kwam hij tot het inzicht, dat vóór alles nodig was: volksopvoeding door onderwijs. En daarnaast: verdediging der onafhankelijkheid, niet door een huurleger, maar door 't ganse volk. Te Berlijn leerde hij de overzetting van Anakreon kennen, maar die was hem te veel gewijd aan ‘zwelglust en ontucht’; zo kwam hij tot zijn Bardietjes in Anakreons trant, doch gericht op volksopvoeding en vaderlandsliefde; zie daar. Op de dood van Van der Capellen tot de Poll dichtte hij in 1784 een Treurlied. W.B.S. Boeles schreef 1884 zijn studie over De patriot J.H. Swildens. De Schoolwet van 1801, verbeterd in 1806, was de belichaming van zijn denkbeelden. Hij was een ijverig medewerker van De Post van den Neder Rhijn. Hij werkte aan de verbetering van de volkszang. Het onderwijs wilde hij onttrekken aan de kerk. |
|