Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[I. Souterliedekens]Souterliedekens, I. psalmen op wereldse wijzen als: Ich had een boelken uutvercoren; Ich weet een vrouken amoureus of Ghy jonghe meyskens van aventueren. Deze Ned. vertalingen der psalmen uitgegeven door Jhr. Willem van Zuylen van Nievelt; 1540, kerkelijk goedgekeurd. Ze werden ook gezongen door Katholieken; de ‘joffers’ droegen ze bij zich in de vorm van mopsjes. Door de aanhangers der nieuwe leer gezongen, totdat de Psalmberijmingen op eigen wijzen verschenen; zie daar. Maar nog in de 19e eeuw werden psalmen op wereldse wijzen onder het volk gezongen. De Souterliedekens werden 1556-'57 opgenomen in de Musyck-boecxkens van Tielmann Susato; zie daar. Scheurleer bezorgde een nieuwe uitgave van de Souterliedekens. Ook gaf hij een uitgave van 1539 uit, maar dit bleek op bedrog te berusten en de gehele oplaag werd, op een paar exx. na, door hem vernietigd. II de titel van een werk van Mw. Mincoff-Marriage van 1922, waarin zij de liederen had opgenomen, die gezongen werden op de melodieën van de Souterliedekens van 1540. In 1939 is de onjuiste titel veranderd in Zestiende-eeuwsche Dietsche volksliedjes. |
|