[A. Roland Holst]
Roland Holst, A. -, geb. 1888 te Amsterdam, letterkundige, dichter, schrijver; redacteur v. De Gids, 1920-1934.
Individualistisch dichter uit de school van Kloos, een der voornaamste uit de Generatie van 1910. Verzen, 1911, natuur- en minnedichten. Ook in zijn volgende bundels De Belijdenis in de Stilte, 1913, Voorbij de Wegen, 1920, De Wilde Kim, 1925, Een Winter aan Zee, 1937, keert hij zich af van de materialistische wereld; eenzaamheid uit zich in al zijn gedichten. Zo in De Vagebond:
Schrijver ook van prozaverhalen: Deirdre en de Zonen van Usnach, ontleend aan de Keltische mythologie, 1920. Studie over den dichter Leopold, 1926. Vertaalde Koning Lear 1913 en Richard III van Shakespeare, 1929.
In zijn Ascese der schoonheid, 1941, leverde Anton van Duinkerken ‘een commentaar’ op zijn poëzie. Roland Holst schreef in 1944 In Memoriam Du Perron en Ter Braak, een aangrijpend gedicht. Van 1928 is zijn In Memoriam Herman Gorter.
Over hem een bundel met bijdragen bij zijn 60ste verjaardag, met bibliografie door H. Bornkamp.
De Verzamelde Werken uitgegeven in 4 delen.