Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[Overwintering op Nova Zembla]Overwintering op Nova Zembla, 1596-'97, beschreven in Drie Seylagien van Gerrit de Veer. Onderwerp van een groot verhalend gedicht van Tollens; zie daar. Het is van 1819; beleefde in 1879 de elfde druk. Herhaaldelijk door Tollens zelf voorgedragen, vooral de aanhef met de beginregels: Nog hield het schriklijk pleit
van dwang en vrijheid aan;
Nog droeg der vaadren erf
de Spaansche legervaan
| |
[pagina 392]
| |
En dronk om strijd het bloed
van landzaat en van vreemden;
De kneuzende oorlogsvracht
beploegde Vlaandrens beemden,
En Neerlands weeke grond
hijgde onder 't wigt van wee.
Vertaald in 't Fries, F., D. en E. Nieuwe uitgave 1939 met een inleiding van Dr. De Vooys. Een uitvoerige schets van de Overwintering kwam reeds voor in Helmers' Hollandsche Natie. Nog in 1860 zei Schotel, dat er in geen enkele taal de wedergade van de Overwintering bestond, en dat Tollens Schiller ver overtrof in vergelijking van diens Wilhelm Tell. Maar reeds in 1819 zei Borger, dat de beren een te grote plaats vervulden en de caesuur een te kleine. Tollens verbeterde de fout in zijn Damiate en schreef in zijn Lijkdicht op Borger: Hij kon de pijl der scherts
doen treffen en verdragen.
|
|