[Eerste Nederduytsche Academie]
Nederduytsche Academie, Eerste -, de nieuwe instelling van Samuel Coster te Amsterdam, niet alleen voor beter toneel dan de Oude Kamer van Rethorycke bieden kon, maar ook en vooral om een gelegenheid te scheppen voor hoger onderwijs in de volkstaal. Bredero en Hooft waren zijn medestanders. Op 23 Sept. 1617 werd de Academie ingewijd met Apollo, een stuk van Suffridus Sixtinus, gevolgd door het Treurspel vande moordt begaen aen Wilhelm van Orangien van Gijsbert van Hoghendorp. In een houten gebouw. De Academie kreeg als blazoen een bijenkorf onder een eglantier met als zinspreuk het woord IJver. De Calvinistische predikanten drongen voortdurend bij de Vroedschap aan, dat de nieuwe instelling zou verdwijnen. Het toneel beviel hun niet. Ook niet, dat de beide eerste professoren Menist waren. Dat waren Sibrant Hansen Cardinael in de Arithmetica en Jan Thonis in 't Hebreeuws. In 1619 werd de beoefening der wetenschap verboden. Maar de aanvallen duurden voort. Nog in 1631 dichtte Vondel zijn Vraghe van d'Amsterdamsche Academi aan alle poëten en dichters, die zulke heftige antwoorden van de Calvinisten uitlokte. In 1632 verrees de ‘Oeffenschool’ toch, die de Academie bedoeld had: het Athenaeum Illustre werd nu gesticht van stadswege.... doch met opoffering van