Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[Maatschappij der Ned. Letterkunde]Maatschappij der Ned. Letterkunde, gesticht te Leiden 1766; stelde zich ten doel, de Ned. ‘letterrepubliek’ te hervormen. Onstond uit de vereniging van 3 dichtgenootschappen: 1o Minima Crescunt (kleine dingen groeien) te Leiden: Frans van Lelyveld, Hendrik van Wyn, Paludanus en Cras, een studentengenootschap; 2o Dulces ante omnia Musae (Liefelijk vóór alles zijn de Muzen) te Utrecht Meindert Tydeman; | |
[pagina 325]
| |
3o Magna molimur parvi (Wij, kleine mensen, ondernemen grote dingen) te Hoorn. Erkend bij Octrooi van de Staten van Holland 1775. Telt nu ± 650 leden; de boekerij telt 1900 hss. en 64 000 werken. De Maatschappij begon met het uitschrijven van prijsvragen. Siegenbeek was voorzitter van 1825-'47. Onder leiding van Dr. M. de Vries begon de uitgave van vele belangrijke Mnl. werken. Sedert 1881 bestaat het Tijdschrift voor Ned. Taal en Letterkunde. De Maatschappij looft om de 5 jaar een prijs uit voor het beste werk (ƒ1000); daarnaast bestaan particuliere prijzen. Winnaars waren: Prijs van de maatschappij der Ned. letterkunde, later genoemd: Meesterschapsprijs: 1921. Jac. van Looy: Jaapje. 1925. P.C. Boutens: Zomerwolken. 1931. Dr. A.E. van Giffen: De hunnebedden in Nederland. 1934. Henr. Roland Holst - v.d. Schalk. 1939. Dr. Wobbe de Vries. 1950. Dr. J.S. Bartstra voor zijn geschiedkundig werk. Haagsche Post-prijs: 1921. Elisabeth Zernike: Het schamele deel. 1922. Carry van Bruggen: Het huisje aan de sloot. 1923. Jo de Wit: Open zee. Voortgezet als Jaarlijkse prijs, later: Prijs van aanmoediging, thans: Lucie B. en C.W. van der Hoogt-prijs: zie daar. In 1948 Hendrik de Vries, Toovertuin; in 1950 Leo Vroman, Gedichten. Mei-prijs (ter beschikking gesteld door Jacob Mees): 1932. Theun de Vries: Rembrandt. 1934. A. den Doolaard: De herberg met het hoefijzer en Jan Engelman: Tuin van Eros. Dr. C.J. Wijnaendts Francken-prijs; zie daar. 1935. Dr. N. Japikse: Prins Willem III, stadhouder en koning. 1937. Dr. Annie Romein-Verschoor: Vrouwenspiegel. 1939. Dr. M.D. Ozinga: Daniel Marot, de schepper van den Hollandschen Lodewijk XIV-stijl. De Maatschappij geeft een Jaarboek uit met de Levensberichten van overleden leden. Geeft nu ook in 100 delen de beste werken als ‘Bibliotheek der Ned. letteren’ uit. zie daar. |
|