[Jan van Beverley]
Jan van Beverley, heiligenlegende, gedramatizeerd als mirakelspel, 15e eeuw. Verloren gegaan, maar bewaard in een volksboek, deels in proza, deels in verzen. Jan is de zoon van de graaf van Beverley, die in een bos als kluizenaar gaat leven, daar in dronkenschap zijn zuster verkracht en vermoordt, maar door oprecht berouw vergiffenis van zonden verwerft bij de bisschop van Cantelberg. Het stuk stelt de strijd voor van de mens tegen de zonde:
Die werelt, die viant ende dat vleesch,
Als dese drie hebben haren heesch, (eis),
Dan blijft die edel siele verloren.
Het stuk is vol wonderen; de zuster staat op uit de doden. Uitgegeven door Dr. G.J. Boekenoogen in de reeks Ned. Volksboeken van de Mij. v. Letterkunde, 1903; naar de druk van Jacob van Liesvelt te Antwerpen, 1543, en naar de druk van Thomas vander Noot te Brussel.