Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[Jan Frederik Helmers]Helmers, Jan Frederik -, 1767-1813, de vrijheidsdichter, lofdichter van De Drukkunst, van Socrates, 1790. Hij was metselaar en makelaar te Amsterdam; trad als dichter op met uitingen tegen de ‘sentimenteele wartaal’, en vóór verlichting en verdraagzaamheid. Zo vereerde hij Sokrates om zijn deugd, om zijn dood voor de waarheid. Het stuk was in de geest van Germanicus van Lucretia Wilhelmina van Merken, die hij ook prees in een rede in het genootschap Concordia et Libertate, 1792. Reeds in zijn Socrates vertoont de dichter zich in zijn vurig verlangen, om het Nederlandse volk te verheffen tot zijn oude roem en grootheid. Dit zelfde streven in Nederland in 1672 en 1678 van 1793. Daarnaast de gedachte, dat ‘heel 't aardsch geslacht’ één huisgezin is, in Het Wereldburgerschap, 1805. Van 1795 Lijkzang op het graf van Nederland; van 1799 zijn Vaderlandsche Lierzang; van 1804 De Drukkunst, in naam der Verlichting. Aldoor is Helmers vervuld van droefheid over het lot van het vaderland. Dit blijkt ook weer uit zijn gedicht op Amsterdam en uit zijn oproep Aan de Vaderlandsche Dichters: de dichters hebben tot taak het volk weer op te voeren. Dit deed hij zelf vooral in zijn voornaamste werk De Hollandsche Natie, 1812. zie daar. Reeds in de aanhef van De Wereldburger had hij geklaagd over Neerlands droevig lot: Onze onafhankelijkheid is slechts een waterbel,
Het Vaderland een naam, de vrijheidsliefde een spel.
Met Loots en Uylenbroek gaf hij het ts. De Amsterdamsche Nationale Schouwburg uit ter bevordering van het toneel. Lofzang op Helmers, geplaatst achter de verzamelde werken, van M.C. v. Hall. Aldaar ook de lofrede van H.H. Klijn en de zangen, gewijd aan Helmers, van B. Klijn Bzn. Deze zangen met muziek van J.W. Wilms uitgevoerd in Felix Meritis, 25 Nov. 1814. Zijn Nagelaten Gedichten uitgegeven door M.C. v. Hall, C. Loots en H.H. Klijn, 1815. |
|