Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend
[pagina 226]
| |
Geschreven tijdens de Franse overheersing: Ik juich, schoon thans geen zon van welvaart ons meer streelt,
Dat ik, ô Nederland, ben op uw' grond geteeld.
Vooraf waren gegaan: 1o Verdediging van de Eer der Hollandsche Natie van Engelberts, zie daar; 2o Japan met betrekking tot de Hollandsche Natie van O.Z. v. Haren, 1775. Maar dit gedicht van Helmers kwam in de tijd der grootste vernedering en moest de volksgeest weer ten leven wekken; geen wonder dat het chauvinistisch is en dat de F. censuur veel te schrappen vond. Het bevel om Helmers gevangen te nemen trof geen doel meer; juist was de dichter gestorven; 25 Feb. 1813. In De Hollandsche Natie een uitvoerig verhaal van de Overwintering op Nova Zembla. Bij ieder van de 6 zangen een gravure van Vinkeles naar een tekening van Van Bree. Opnieuw uitgegeven in het Pantheon. Zang I: Zedelijkheid (d.i. Deugd); II, III. Heldenmoed te Land en ter Zee; IV. Zeevaart; V. Wetenschappen; VI. Schoone Kunsten. |
|