Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[echo-dicht]echo-dicht, bestaat uit vragen, door een zogenaamde echo beantwoord. Zo die van Heynsoon Adriaensen; zie Rethorica. Hij zong de vraag; zijn zoon gaf het antwoord: Wat sijn nu Papen en Moniken,
die songen als een lijster?
Bijster.
Wat sullen sij nu moeten doen,
dese geleerde clercken?
Wercken.
Van Roomse zijde daartegenover echodichten over de nieuwe predicanten: Wat sijn 't dan voer lieden, trotsich en vermeten?
Valsche profeten.
Wat hebben sy onder hun schaepscleet ghedolven?
Grijpende wolven.
Een echo-dicht is ook Vondels Gesprek op het Graf van Oldenbarnevelt, 1619. In de vorm van een echo-dicht het toneel tussen Velzen's schildknaap en Timon de Tovenaar, die geraadpleegd wordt over de uitslag van de onderneming tegen Floris V in Hooft's treurspel Geeraert van Velsen. |
|