[Frederik de With]
WITH (Frederik de), zoon van Jan de With en Wikje Minnema, werd den 3den Julij 1754 te Dokkum gedoopt, in 1776 advokaat voor het hof van Friesland, in 1780 kommies voor 's lands gemeene middelen, wegens Oostergoo en Stroobos, welk ambt hij in 1796 ten gevolge der tijdsomstandigheden verloor. Hij bleef ambteloos tot 1816, toen hij, na in 1815 tot lid der provinciale staten benoemd te zijn, tot lid der gedeputeerden werd gekozen. Die betrekking verwisselde hij met die van grietman van Oost-Dongeradeel in 1820 en bekleedde dien post tot in 1824, toen hij dien nederlegde. Hij overleed ongehuwd den 2den April 1837 en werd op het kerkhof te Oenkerk begraven.
Zie van Sminia, Vervolg v.d. Naaml. van Grietmannen, bl. 11.