[Johannes Willemsen]
WILLEMSEN (Johannes), broeder des voorgaande, commissaris der assurantiekamer en van het waterregt, beoefende, gelijk zijn broeder, de godgeleerdheid en dichtkunst.
Hij vertaalde uit het Latijn van den hoogl. Wilhelmus Momma:
De Bedeeling der tijden of Huishouding Gods. Amst. 1687.
Onder zijn nakomelingen berustte een hands. getiteld:
Drie boeken van oeffeningen over veele Psalmen van hem gedaan op verscheyde plaatsen en tijden. bysonder agter in de vergaderplaatse van de Leenbancq tot Middelbnrg, gestelt na d'order van de Psalmen, by malkanderen vergadert en samengebonden. Anno 1706.
Zie P. de la Rue, t.a.p., bl. 112; Witsen Geysbeek, t.a.p., bl. 507; Vrolijkhert, t.a.p.