[Ernestus Wilhelmus Westenberg]
WESTENBERG (Ernestus Wilhelmus), broeder van den vorige, studeerde te Harderwijk in de medicijnen, en zette zich als arts te Amsterdam neder. Den 30sten Nov. 1701 werd hij, in plaats van den hoogl. de Graaff, tot hoogleeraar in de medicijnen en Archiater aldaar benoemd. Tweemaal, in 1706 en 1711, zag hij zich tot rector der academie aangesteld. Den 16den Nov. 1712 is hij verdronken, een weduwe en een eenigen zoon nalatende. Deze was naar zijn beroemden oom Joannes Ortwinus genoemd. Hij was ‘een man van naam en bedrijve’ burgemeester van Lochem en afgevaardigde tot de staten-generaal en de Geldersche synode van 1728.
Ernestus had nog een broeder Johan Arnold, die ook te Harderwijk studeerde, op een dissertatione de societate tot jur. utr. doctor promoveerde en later een hooge waardigheid bekleedde.
Ernestus gaf in het licht:
Consilia de methodicâ Medicinae instructione, proposita Cl. J. le Mortio. L.B. 1702. 8o.
Viridarium, Academiae Harderv. herbarum et usualium plantarum catalogus. Hard. 1709. 12o.
Diss. priv. de chylificatione, respond. J. van de Velt. Hard. 1706.
Zie Bouman, Gesch. d. Geld. Hooges., D. I. bl. 235, D. II. bl. 61, 185, 606; Cat. à Roy, T. I. p. 84, 349.