keerd, werd hij aldaar, den 7den October 1687, na het verdedigen eener dissertatie de Usuris en tot doctor in de regten gepromoveerd. Een jaar na zijn promotie werd hij hoogleeraar te Steinfurth, eerst in de regten, daarna in de geschiedenis en wijsbegeerte, terwijl de graaf hem het beheer en het bestuur van meest al de landszaken opdroeg. Van daar vertrok hij naar Harderwijk en in 1694 naar Franeker, als hoogleeraar in de regten. Hij aanvaardde te Harderwijk, den 8sten Maart 1695, zijne bediening met eene Or. de ratione docendi et discendi juris en hield gedurende zijn verblijf aldaar in 1700, 1705, 1710, 1715 vijf rectorale redevoeringen, de eerste de Jure Naturae, de derde de Jure Gentium, de vijfde, de calculo Minervae, de stoffe der tweede en vierde wordt niet vermeld. In 1716 verwisselde hij Harderwijk met Franeker, om Zach. Huber op te volgen. Hij hield aldaar den 8sten Mei zijn Or. inaug. de Jurisprudentia rationali, sloeg in 1720 het beroep naar Groningen af, doch aanvaardde den 27sten
Sept. 1723 het professoraat in het Romeinsche en hedendaagsche burgerlijke regt te Leiden met een Oratio de Philosophia Ictorum et inprimis ea, quae circa legum collisionem versatur. Sedert strekte hij nog 14 jaren tot een sieraad der hoogeschool en overleed den 30 Junij of, volgens Siegenbeek, den 1sten Julij 1737. Zijn ambtgenoot Rücker hield een lijkrede op hem en Houbraken bezorgde zijne afbeelding.
Hij is tweemaal gehuwd geweest 1. met Mathilda van Gesseler, 2. met Anna Geertruida de Wit. Haubold noemde hem praeclarus Juris civilis ex ipsis fontibus cognoscendi magister.
Hij schreef:
Disputatio inaug. de usuris. Harderov. 1607. 4o.
Disputationes de Servitutibus, de Emphytussi, de Querela Testamenti inofficiosi, de Fructuum perceptione, de Consuetudine, de Foro competenti. Steinfurti.
Principia Juris, sec. ordinem Institutionum caet. Amst. 1699. 8o. Hard. 1704. Fran. 1739. L.B. 1745, 1764.
Principia Juris, sec. ordinem Digestorum, Pandectarum. Hard. 1712. 8o. L.B. 1732. Amst. 1739. L.B. 1745, 1764.
Curatoren van Harderwijk boden hem voor dit werk een eeregeschenk van 100 zilveren dukatons aan. Beide zijn ook uitgegeven in de Opp. Juridica, door J.H. Jung.
De Causis obligationum liber singularis, s. Dissertationes novem. Harderov. 1704. 8o.
Divus Marcus s. Dissertationes ad Constitutiones Marci Aurelii Antonini Imperatoris. L.B. 1736. 8o.
Orationes inaugurales, Franequerana. 1717. fol. Leidenses. 1723. 4o. Rectorales, onder welke de Calculo Minervae. Harderov. 1715, de Jurisprudentia Pauli Apostoli. Franeq.