Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 19
(1876)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 80]
| |
Kuinre, in 1674 te Vollenhoven en vervolgens in 1675 te Groningen, in 1685 te Rotterdam, waar hij den 24sten Junij 1690 overleed. Van zijnen kanselarbeid bezitten wij: Laatste reden van Groningen en eerste te Rotterdam. Rott. 1687. Davids leven en sterven over de dood van Ursinus. Rott. 1688. 12o. Neerlands Dank- en Vierdagstoon over de verkiezing en krooning van Willem III tot koning en van Maria tot koningin van Engeland in 2 leerredenen. Rott. 1689. Als dichter maakte hij zich bekend door: Gedichten. Rott. 1691. 8o. Gedichten op koning Jezus met eene voorrede van Abdias Velingius. 1726. 8o.
Zie Glasius, Godgel. Ned.; J.v. Harderwijk, Naaml. d. pred. van Rotterd, bl. 55; Ypey, Gesch. v.d. Hervormd. kerk in de XVIIIde eeuw, D. IV, bl. 7; Adami, Predd. in de prov. Gron., bl. 10; Abcoude, Naaml., bl. 376; Bouman, Gesch. d. Geld. Hooges., D. II, bl. 70; v.d. Aa, N.B.A.C. Wb. |
|