[Willem van de Velde]
VELDE (Willem van de), de jonge, zoon van de vorige, werd in 1633 te Amsterdam, waar toen zijn vader woonde, geboren, door zijn vader in de kennis van den scheepsbouw en scheepsteekenen en door Simon de Vlieger in het schilderen onderwezen. Hij vergezelde zijn vader op diens zeetogtjes en gelijk deze bij vele zeeslagen tegenwoordig.
Toen Koning Karel II van Engeland hem tot hofschilder benoemde (1677), had hij reeds in de kunst zulk eene hoogte bereikt dat hij onder de eerste zeeschilders werd gerangschikt. ‘Voor hem had nog niemand zulk een schoon talent aan den dag gelegd, na hem is hij door niemand overtroffen.’ ‘Hij was in alle deelen der kunst een onovertroffen meester.’ ‘De schoonheid en naauwkeurigheid der teekening; de bevallige vormen en bewegingen zijner schepen, het bekoorlijke hunner richtingen het dunne en lieffelijke der luchten, de zachte in den glaus der zon daar heen drijvende zonnewolkjes, het heldere, afspiegelende en doorschijnende watervlak, de oordeelkundige wijkingen der lichttinten, zich verliezende in nevelachtige verschieten, die zee en lucht aan den gezigteinder vereenigen; het heerlijke koloriet, het vleijendste penseel, de rijke en altijd gevarieerde ordinautiën, de betooverende effekten, kortom al zijn kunstwerk zich door waarheid, doorwrochtheid en genie. Even zeer moet men hem bewonderen in het natuurlijke en stoute zijner door den storm gezweepte wolken en hevig kokende golven dan in zijne gulle stille zeeën bij het liefelijkste zomerweder. Na het overlijden van koning Karel II. schijnt van de Velde een uitstapje naar zijn vaderland te hebben gedaan, want in het volgende jaar schilderde hij een gezigt van de haven van Amsterdam en van het Y te zien thans in het Museum te dezer stede. Waarschijnlijk is hij wederom spoedig naar Engeland vertrokken, waar hij in 1707 overleed.
In Hamptoncourt vindt men 12 zijner schilderijen in 1676 en 1682 vervaardigd, meest alle zeeslagen tusschen Holland en Engeland geleverd voorstellende. Het Amsterdamsche Museum bezit, behalve het genoemde, nog van hem de overgave van het Engelsche Admiraalschip The Royal Charles in het opbrengen van vier veroverde Engelsche schepen, twee kapatale stukken, op de verkooping van G. van der Pot