gebrekkig toestel van instrumenten, beproefde hij alles wat tot uitbreiding der wetenschap kon dienen. Met Vriespecker bepaalde hij o.a. de geographische lengte van Utrecht, en met anderen eenige belangrijke waarnemingen van de eclipsen der Satellieten van Jupiter. Ook vervaardigde hij een meridiaan, die het verschil van den waren en middelbaren tijd aanwijst. Hij deelde aan het Kon. Ned. Instituut, waarvan hij 12 jaren lid was, en aan Arago te Parijs zijne naauwkeurige aanteekeningen mede over den gang der barometers en thermometers gedurende vele jaren gehouden. Hij was Ridder van den Ned. Leeuw, Lid der Tweede Kamer der Staten-Generaal, van de Prov. Staten van Utrecht Hoogheemraad van 't Collegie der Eems en overleed den 1sten Sept. 1837 op den huize Kermestein bij Lienden in Gelderland. Zijne kostbare bibliotheek werd door zijne weduwe aan de Akademie te Utrecht geschonken.
Zie R.v. Rees, Notice sur J.M.C. van Utenh., in Ann. Ac. R. Br. 1838, 59.