[Guilielmus Soestius of Zoestius]
SOESTIUS of ZOESTIUS (Guilielmus) werd in 1599 geboren, in 1625 als proponent te Schalkwijk, in 1629 te Oost- en West Zaandam, in 1637 te Rheenen en in 1638 te Rotterdam beroepen. Hij werd den 11 November 1675 emeritus en overleed in 1679, in den ouderdom van 80 jaren. In 1645 komt hij voor op de synode te Woerden, diende rapport in de zaak het drukken en uitgeven der Kerkelijke Historie van Joh. Uitenbogaert door Naeranus te Rotterdam betreffende. Een trek zijner tegenwoordigheid van geest bij dreigend gevaar, wordt door van Reyn medegedeeld. Hij beoefende de Nederduitsche poëzij, maakte lofdichten op de werken zijner tijdgenoten. o.a. voor de Vijf Predicatiën van Jacobus Borstius.
Zie Harderwijk, Naaml. v. Pred., bl. 33; van Reyn, Beschrijv. van Rotterd, D. I bl. 257; Schotel, Kerk. Dordr., D. I. bl. 465. D. II. bl. 769; v.d. Aa, N.B.A.C. Woordenb.; Soermans, Kerk. Reg., bl. 80; Pauw en Veeris, Vern. Kerk. Alph., bl. 191.