[Pieter Jansz. Schagen]
SCHAGEN (Pieter Jansz.), zoon van Jan Pieterz. Schagen, behoorde tot de in 1618 door prins Maurits nieuw benoemde vroedschappen te Alkmaar, hoewel hij reeds in vorige jaren daartoe verkozen was. Hij werd benoemd tot een der 21 regters over Oldenbarneveld en andere staatsgevangenen. Later liet hij zich aldus uit: Niemand zal mijne kinderen met waarheid kunnen verwijten, dat ik den advokaat ter dood verwezen heb, want dit heb ik niet gedaan.
In November 1627 werd hij schout, ook was hij raad, rekenmeester in de generaliteits rekenkamer en afgevaardigde in den raad van State en der Staten-Generaal, en overleed den 28 April 1635. Hij huwde den 27 Junij 1597 met Maretgen dochter van Mr. Gelis. Achter de meeste uitgaven der Kronijk van Alkmaar door C. van der Woude komt P.J. Schagens Alcmaars belegh voor, een berijmd verhaal, opgedragen aan de ‘Achtbare, wijze, voorsienige heeren, mijne heeren de Burghemeesteren, der stadt Alcmaar,’ ook afzonderlijk uitgegeven.
Zie Brandt, Hist. v.d. regtspl. van Oldenb. (1723 4o.), bl. 248; Wagenaar H.V., D. X. bl. 341; v.d. Aa, N.B.A.C. Woordenb.; Nav., D. VI. bl. 170, 348; Kok.