heid, de politiek dier dagen, den opstand, enz. in besprak en die onder den naam van Anonymus Gelrus uitkwamen.
Drie er van hebben den gelijken titel van Waarschuwingen, opmerkingen en wenken, met betrekking tot den tegenwoordigen toestand van ons vaderland, en kwamen te Amsterdam in 1830 en 1840 uit, terwijl het vierde te Utrecht in 1832 onder den titel van Het ware nut en voordeel der beschaving, verschenen was.
Eenige andere geschriften, Proeve eener verhandeling over de antipathie, Amsterdam, 1832; Proeve eener verhandeling over de philanthropie, Amsterdam, 1846; Proeve van een juridisch theologisch onderzoek, naar de veroordeeling van Jezus Christus, Amsterdam, 1849, enz.; welke geschriften bewijzen zijn van zijne belezenheid, meer algemeene kennis en rusteloozen arbeid, gaan wij liever voorbij, daar de er in geuitte gevoelens en denkbeelden, hoe geldig ook in den tijd toen zij geschreven werden, thans als verouderd moeten beschouwd worden.
Behalve het genoemde schreef en recenseerde Mr. Van der Schaaff in verschillende tijdschriften, van welke wij mede een paar zullen opnoemen. Vooreerst in de bekende Algemeene Konst- en Letterbode, waar vele stukken en recensiën van zijne hand in voorkomen, van welke wij alleen willen opgeven, Iets aangaande den persoon en het openbaar leven van Mr. J.D. Meyer (jaargang 1835).
Vervolgens in het Letterkundig Magazijn van wetenschap, kunst en smaak, (Amsterdam bij G. van Dyk) waarin Mr. Van der Schaaff, o.a. onder den naam Philaletes een zeer uitvoerig stuk schreef, Gedachten van Philaletes, over de bezwaren van Mr. I. Da Costa tegen den geest der eeuw, toegelicht door Mr. W. Bilderdyk; (jaargang 1824, deel II) en zonder naam een Vlugtig overzigt van den zedelijken en politieken toestand onzer natie, gedurende de laatste anderhalve eeuw, (jaargang 1825), welk opstel met den naam des schrijvers voorzien ook afzonderlijk verscheen.
Eindelijk willen wij nog noemen het Algemeen letterlievend maandschrift, waar Mr. Van der Schaaff o.a. in den jaargang voor 1835 een Uittreksel van een dagverhaal uit mijne aanteekeningen op een reisje naar Bentheim, Steinfurth en Munster, in plaatste.
Voor het Algemeen Woordenboek van Kunsten en Wetenschappen, van Nieuwenhuis, bewerkte Mr. Van der Schaaff ook onderscheidene artikelen.
Dr. J.T. Bergman, de bekende Leidsche geleerde, sints jaren met Mr. Van der Schaaff bevriend, schreef een levens bericht van hem in den Algem. Konst- en Letterbode, voor 1853, waar natuurlijk een en ander uitvoeriger beschreven is, en over wien wij dus ook heen kunnen verwijzen.
Zie Algemeene Konst- en Letterbode, 1853. no. 45, 46, 47; H. Bouman, Memoria Joannis Clarisse, Tr. ad Rh. 1850. bl. 12;