[Godard van Reede]
REEDE (Godard van), zoon van den vorige, graaf van Athlone, baron van Reede, Ginkel en Agrim, vrijheer van Amerongen, heer van Lievendaal en ridder van de orde van den Olifant, landcommandeur van de Balye der Duitsche orde van Utrecht, veldmaarschalk der legers van de staat. Hij was een boezemvriend van Willem III, en werd in April 1674 beschreven in de ridderschap van Utrecht, doch nam eerst zitting na den dood van zijn vader, en ruimde, na verloop van ettelijke jaren, zijn plaats in voor zijn oudsten zoon. Van zijn jeugd af tot den krijgsdienst bestemd, woonde hij als brigadier den slag van Senef bij, en werd er gekwetst. Hij vergezelde de prins naar Engeland en bewees hem als krijgsman geen geringe diensten, o.a. door het behalen van aanzienlijke voordeelen op de vijanden in Ierland, 't welk door zijn beleid voornamelijk tot onderwerping werd gebragt. Koning Willem erkende zijne verdiensten, door hem, den veroveraar van Athlone en de overwinnaar bij Agrim, tot graaf van Athlone en baron van Agrim te benoemen.
Later betoonde hij de held van Ierland als generaal van de kavallerie zijne dapperheid te Neerwinden, Namen (dat hij trachtte te ontzetten), Dinant (dat hij belegerde), Nijmegen, dat hij redde (1702). Hij overleed te Utrecht in Februarij 1705, en was gehuwd met Ursula Philippina van Raasfeld, vrouwe van Middagten, Hervelt, Rouenburg, Nieuburg enz., dochter van Reinier van Raasveld en Margaretha van Leefdaal, bij wien hij kinderen naliet.