Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 15
(1872)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[Cornelis Poelenburg]POELENBURG (Cornelis), in 1586 te Utrecht geboren, had Abraham Blommaert tot onderwijzer in de schilderkunst. Tot voortzetting zijner studiën bezocht hij Italië, en te Rome (hij was 31 jaren toen hij zich daar bevond) vonden reeds zijne kabinetstukjes, ‘Italiaansche en bergachtige landschappen, met keurige meest naakte en badende vrouwenbeeldjes gestoffeerd’, den grootsten bijval. Op zijne terugreis naar Holland, poogde de Groothertog van Florence | |
[pagina 372]
| |
schoon te vergeefs, hem over te halen, zich daar te vestigen. Hij vervaardigde echter eenige schilderijtjes voor hem. In zijne geboorteplaats vond hij van alle beminnaars der edele kunst niet minder toejuiching dan in Italië. Rubens bezocht hem aldaar, verrijkte zijn uitgebreid en kostbaar kabinet met eenige stukjes van dien meester, en prees in een brief aan een zijner vrienden, diens kleine geestig geschilderde figuurtjes: ook gaf hij hem den lof dat hij een man van groot talent was en met wegslepende bevalligheid over zijne kunst redeneerde. Koning Karel I van Engeland noodigde hem aan zijn hof te Londen, liet hem verscheidene tafereelen schilderen, betaalde hem koninklijk en trachtte, schoon ook te vergeefs, hem te bewegen zich in zijn hofstad te vestigen. Hij bleef te Utrecht, en vroeger droeg de straat, waar hij woonde en Rubens hem bezocht, den naam van PoelenburgersteegGa naar voetnoot*). Hij overleed daar den 12den Augustus 1660, in hoogen ouderdom. Er bestaan van dezen meester landschappen door Berchem en anderen gestoffeerd. Amsterdam bezit 4 en s'Hage 2 schilderijen van zijn penseel. Ook etste hij eenige landschappen die zeer zeldzaam zijn. Bleeker, le Bas, Morin, Perille en anderen graveerden fraaije prenten naar zijne schilderijen. Petrus de Jode bragt zijn portret door Anthonie van Dijk geschilderd, in het koper. Ook was zijn portret en dat zijner vrouw, in ovaal, keurig door hem geschilderd, in 't kabinet van koning Jacobus I van Engeland. Hij heeft ook dezen vorst driemaal en de drie kinderen van hem afgemaald. Deze vorst bezat acht en Jacobus II zestien stukken van dezen kunstenaar. Zie Houbraken, Levens der Schilders. D. I, bl. 128; Van Eynden en Van der Willigen, Gesch. d. Vaderl. Schilderkunst. D. I, bl. 376, 377; Hoevenaars, Redev.; Immerzeel; Kramm; Fiorillo; Nagler, Descamps, Vie des Peintres. T. I, p. 214-216; Ch. Blanc, La vie des Peintres (Ecole Hollandaise) liv. 94; Nouv. biogr. génér.; Biogr. Univ.; Convers. Lex. Waordenb. der Zamenl.; Muller, Cat. van Portr.; Hoogstraten; Kok; Nieuwenhuis; Kobus en de Rivecourt. |
|