[Petrus Gerardus van Overstraten]
OVERSTRATEN (Petrus Gerardus van), zoon van den vorige, in het midden der 18e eeuw te Bergen op Zoom geboren, studeerde in de regten, verliet in Aug. 1780, in hoedanigheid van lid van den Raad van Justitie te Batavia, aan boord van het compagnie schip ‘het slot ter Hooge,’ onder bevel van kapitein A. Halffman, de reede van Vlissingen, landde in het voorjaar van 1781 te Batavia aan, en werd, na slechts anderhalf jaar de betrekking van raad van Justitie bekleed te hebben, door den gouverneur generaal Mr. Willem Arnold Alting tot secretaris der Hooge Indische regering benoemd. Hij bekleedde dit ambt tot 1791, toen hem de betrekking van gouverneur en directeur van Java's Noord-Oostkust werd opgedragen. De roemwaardige wijze, waarop hij, gedurende zes achtereenvolgende jaren, die betrekking vervulde, legde den grond tot zijne verheffing tot commissaris en gouverneur generaal van Nederlandsch Indie, waartoe hij in 1796, nadat Alting zijn ontslag gevraagd en verkregen had, door de kommissarissen generaal werd benoemd, welk ambt hij den 18 Februarij 1797 met de meeste plegtigheid aanvaardde. Hoe vereerend de opdragt der hoogste waardigheden in Nederlandsch Indie ook zijn mogt, hij vervulde haar nogthans met regtmatige bekommering, en was de taak van den opperbestuurder dezer bezittingen onder gewone omstandigheden moeijelijk en zorgverwekkend, zij was zulks vooral in het toenmalig duister tijdsgewricht. Handel en scheepvaart kwijnden; met het moederland kon geene geregelde betrekkingen meer worden onderhouden en de aanzienlijke voorraad van producten in de pakhuizen op Batavia voorhanden, kon slechts in neutrale bodems een uitweg vinden. De Kaap, Ceylon, al de bezittingen der compagnie op Coromandel en Malabaar in Bengalen en op Sumatras-Westkust, waren in den loop van 1795 in handen der Engelschen overgegaan, en reeds in Februarij 1796 was de Britsche vaan op de wallen van
het fort Victoria te Amboina geplant geworden. Banda moest kort daarop ook voor de overmagt des vijands bukken, en werd door den gouverneur François van Boekhottz, aan de Engelschen bij capitulatie overgegeven. En zoo waren Java, Palembang, Macasser en Ternate de eenige belangrijke