rye van 's Hertogebosch, behelsende alle de Baronyen, Heerlyckheden, steden, casteelen enz. Ald. 1670 4o.
Volgens Oudenhoven zelven in zijne Beschryvinge van Zuyt-Hollandt bl. 15 in de eerste druk van dit werk slechts een vertaling van de Beschryvinge van den oorspronck ende opkomen van de stadt 's Hertogenbossche van den geleerden heer Simon Pelgromus, in sijn leven Prior van de heeren van den Baseldonck, ende Provinciael van de Orde van St. Wilhelm, Hertoge van Aquitanien ende Grave van Pictou.
Beschryvinge der stadt Heusden, waer in het begin, aenwas, en teghenwoordighe staet dier stadt verhaelt worden; als mede veelderhande gedenckwaerdighe gheschiedenissen, oorloghen, watervloeden, wyse van Regeeringhe, hantvesten, enz. Amst. 1650 4o. - Weleer ontworpen door J.v.O. Dog nu door verscheide liefhebbers der oudheit werkelyk vermeerdert, en met konstige figuren verçiert. Amstel. 1743 4o.
Hermans bezorgde een herdruk der 1ste uitg. in zijne Geschiedk. Mengel. v. Noord. Br.
Out-Hollandt, nu Zuyt-Hollandt, vervangende eene Generale Beschrijvinge, mitsgaders de Privilegien, Keuren, Hantvesten, Costuijmen, herkomen, Observantien ende Gewysdens van de voorsz. Landen. Dordrecht, 1654 4o. Opgedr. aan Matthys Pompe, heer van Slingelandt en met lofverzen van Cats. Huygens, Westerbaen, Blyenburgh, J. van Someren.
Oudt ende Nieuw Dordrecht, behelsende desselfs opkomste, voortgangh ende Regeringe Loop ende verloop van den Rhijn, Wael, Maes etc. Gedruckt tot Haerlem bij Ambrosius Vermerck 1676 in 12o. - Beschrijvinghe van Dordrecht, behelsende desselfs begin, opkomste ende Regeeringe met veel gedenckwaerdige saecken daer voorghevallen. Mitsgaders den Ouden ende Nieuwen loop van de Wael, Maes, Linghe, Dublel en Yssel vergroot met eenen nieuwen Appendix. Gedruckt tot Haarlem bij Ambrosius Vermerck. 1670 in 12o.
De vermeerderingen in dezen laatsten druk, beslaan 40 blz. en zijn achter het werk gedrukt. Overigens zijn, uitgenomen den titel, beide drukken volkomen aan elkander gelijk. Het werkje, aan de gebroeders Johan en Cornelis de Witt opgedragen, met lofverzen van Huijgens en Snellinx versierd, en met een kaartje der ouden loop van de rivier Rijn, Wael, Maes, Dubbel ende Strijne voorzien, is in 13 hoofdstukken verdeeld, die alle blijken van ijver en oudheidkennis dragen. Ofschoon men er veel in terugvindt, dat reeds bij Beverwijck voorkomt, en hij in dit werk te veel in het onderzoek van zaken, die niet dan ter zijde te pas komen uitweidt, verdient het, en om de kennis, die er, ten aanzien van den loop onzer oude rivieren uit is te putten en