Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 14
(1867)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 264]
| |
in de regten en stedehouder van den baljuw van Doornik en het Doorniksche. In 1569 vertrok hij naar Duitschland, waar hij zich eenigen tijd ophield aan het hof van Maximiliaan II. Later naar Spanje gezonden, overleed hij te Madrid, waarschijnlijk kort na 1571, het jaar der uitgave van zijn hier onder vermeld werk. Tot zijne vrienden behoorden Florentius van der Haer en Maximiliaan de Vriendt, die een grafschrift in Lat. verzen op hem vervaardigde. Op verzoek van ‘très vertueux et illustre seigneur Fabio Masqui d'Urbino gentilhomme de S.M. catholique’ schreef hij: Chroniques et Annales de Flandres: contenantes les heroïques et très-victorieux exploits des Forestiers et comtes de Flandres: depuis l'an 620 jusques à l'an 1471; nouvellement composées et mises eu lumière par Pierre d'Oudegherst, Docteur ès Loix, natif de la ville de Lille. Anvers Chr. Plantin 1571, 4o. In de voorrede, gedagteekend te Brussel den 1 Mei 1571, meld O. dat dit slechts het eerste deel van het werk is, en dat hij het tweede ('t geen echter niet geschiedde) binnen kort zal laten volgen; dat hij het niet zou gewaagd hebben, na Meijerus de Vlaamsche geschiedenis te behandelen, zoo niet deze verdienstelijke schrijver, door het inlasschen van veel 't geen niet regtstreeks tot de Vlaamsche geschiedenis betrekking had, zijn verhaal vermengd en wijdloopig gemaakt had. Volgens de Wind, nam O. Meijerus ten grondslag en verkortte hem op zijne wijze, smukte de geschiedenis in een winderigen en gezwollen maar duisteren stijl op; maakte van schrale berigten uit oudere tijden, omstandige verhalen, die zich noch door belangrijkheid noch door juistheid kenmerken. Hierbij komt dat hij in leeftijd te ver van de tijden, die hij behandelt, verwijderd was om op zich zelven eenig gezag te kunnen hebben. Vroeger echter liep men hoog met Oudegherst, en zelfs vermoedde men dat hij uit oudere, thans verlorene schriften had geput. De Wind echter oordeelde deze kronijk van geringe waarde. Er bestaat eene Vlaamsche overzetting met een vervolg tot den jare 1781. P. d'Oudegherst, Chronijke van Vlaenderen met het vervolg loopende over de jaeren 600-1781. Gend 1785, 3 deelen kl. 8o. In 1789 gaf Lesbroussart, te Gend in 2 vol. 8o eene fransche uitgave met zeer belangrijke aanteekeningen, waarin niet alleen de misslagen van den schrijver op eene geleerde en oordeelkundige wijze zijn aangewezen en verbeterd, maar ook hetgeen door hem was voorbijgegaan op eene breedvoerige wijze wordt aangevuld. Zij voert tot titel P. d'Oudegherst Annales de Flandre enrichies de notes par Mr. Lesbroussart. Zie Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 752; Paquot, Mém. T. | |
[pagina 265]
| |
III p. 269-271; Foppens, Bibl. Belg. T. II p. 640; De Wind, Bibl. van Geschieds. bl. 180 volgg.; Biogr. Univ. |
|