[Jancke van Osinga]
OSINGA (Jancke van), zoon van Seerp van Osinga en Jel Hermana, werd den 22 November 1580 als Grietman aangesteld, en ontving zijne commissie uit naam van den koning van Spanje, dewijl de Grietenij vacant was door moedwilligen afstand van Goslick van Herema. In 1579 behoorde hij tot de gedeputeerden, wier benoeming door den stadhouder Rennenberg werd goedgekeurd. Hij was een van hen, die het ouderling verbond der steden en deelen, na het afschudden van het Spaansche juk, onderteekende en werd in die onrustige tijden in onderscheidene staatscommissien gebruikt. Hij huwde 1 Ebel, weduwe van Popke Wijbes Fokkema, die hem een zoon schonk. 2 Tjemk Mada, dochter van Frans Aebinga van Blya, die den naam van Humalda bij den zijnen had aangenomen, en Anna van Feitsma, bij welke hij drie kinderen had. (3) Ted Haersma zonder kinderen.
Zie Wapenb. Aebinga, Gen. 6; Charterb. D. IV bl. 221; Winsemii Hist. bl. 3, 34, 662; van Sminia, Naaml. v. Grietm. bl. 270.