[Francois d' Or]
OR (Francois d'), predikant te Sedan in de fransche en hoogduitsche talen. Nadat hij de beide, fransche en hoogd. gemeenten, twaalf jaren had bediend, werd hij om zijne arminiaansche gevoelens afgezet. Hij vertrok in Jan. 1620 naar Parijs, waar hij kostgangers hield en de fransche taal onderwees aan Nederlandsche en Duitsche jongelingen die Frankrijk bezochten.
In 1636 werd hij voor eenigen tijd huisprediker van Grotius, doch eindigde met tot de Roomsche kerk over te gaan. Grotius schreef in 1642 aan zijnen broeder: ‘Auratus noster se dedit communioni Romanae, id est Monsieur d'Or.... ‘Quid auratus fecit, idem fecit antehac vir doctissimus P. Pithaeus, idem constituerat facere Casaubonus, si in Gallia mansissit’
Zie Haag, La France Protestante: Uytenbogaert Lev. bl. 363; Brandt Hist. de Ref. D. bl. 143, 677; Kist en Royaards Archief, D. IV bl. 126, 130, 131 217. Burigny, vie de Grotius, T. I, p. 242, T. II p. 140, Grotii Epist, 423 p. 879, 616 p. 939, 613, p. 938. Mém. Litt. de la Grande Brelagne, T. XII, p. 400.