[Hessel van Oosthem]
OOSTHEM (Hessel van), een Friesch edelman uit een geslacht dat van Hoogduitschen oorsprong was en met de hertogen van Saxen in Friesland kwam. Hij was de zoon van Hans van Oosthem, drossard van 't kasteel te Leeuwarden, erfschenker van het prinsdom Hennenberg. Zijne moeder was Fokel van Martena. Hij werd in 1565 Grielman van Idaarderadeel, en was een der verbondene edelen. In 1566 verzette hij zich met anderen tegen de aanslagen van Aremberg. Het gevolg hiervan was, dat hij in 't volgende jaar zijn veiligheid in de vlugt moest zoeken en niet lang daarna opentlijk gebannen werd. Hij huwde Tet Burmania, en verwekte bij haar 1 Jel, gehuwd aan Hessel Verwou, Luiksch edelman, die groote verdiensten had; 2 Hans, wiens dochter Cunira tot man kreeg Homme van Hettinga, kolonel, in 1649 overleden; 3 Hessel, die in 1630 zich in den echt verbond met Wilhelmina van Gendt, gesproten uit het beroemde geslacht van dien naam in Gelderland. Kort daarna gaf deze zich aan bij 't kwartier van de Veluwe om in de ridderschap verschreven te worden, doch men verstond den 17e Dec. 1605 dat