[Adriaan Ommering Jacobszoon]
OMMERING Jacobszoon (Adriaan) middelmatig dichter uit het midden der 18e eeuw, van wien men, behalve eenige gedichten in de Dichtkundige Cypressebladen, in Arnoud van Halen's Panpoëticon en in de Boekzaal der gel. Wereld, de volgende afzonderlijk uitgegeven dichtstukken heeft. Aan den prof. J.v.d. Honert, ter afmaninge om zijn tijd niet langer te verspillen aen het Nieukerksche werk en lasterpennen. Amst. 1751. 4.
Heilwensch aan den hooggel. heer Johan van den Honert T.H.Z. toen zijn hoog-eerw. den 20 Nov. 1752 het XXXste jaar van zijn hoog-leeraars ambt met veel luister bekleed hadt. Amst. 1745 4o.
Op de stigtelijke troostrede over 1 Samuel XXV vers 1, door den godvruchtigen en geleerden heer P. Nahuis, oudste leeraar der gemeente te Monnickendam, opgestelt ter gezegende gedachtenisse en ter plegtige uitvaart zijner Doorluchtige Hoogheid Willem Carel Hendrik Friso enz.
Zie van der Aa, N.B.A.C. Wooraenb. o.h.w. Schriften tegen het werk te Nieuwkerk bl. 13.