[S. Olyve]
OLYVE (S.) Den 17 Maart 1804 was op de Schelde nabij Zierikzee, een rijk geladen beurtschip, benevens twee andere vaartuigen, door eene groote gewapende Engelsche sloep, behoorende tot het voorgaats kruissende vijandelijke eskader onder sir. Sidney Smith genomen. Dientengevolge werden er op verzoek van het Departementaal Bestuur van Zeeland, eenige gewapende schepen derwaarts gezonden, ten einde de ingezetenen van dat gewest tegen zulke strooperijen te beveiligen. Onder deze behoorde 's Lands kanonneergaljoot de Schrik, gevoerd door den eersten luitenant S. Olyve. Dit vaartuig liggende nabij Colijnsplaat, nabij de kust van Noord Beveland, werd onder begunstiging van een dikke lucht, in den nacht tusschen den 23 en 24 Maart, door zeven Britsche vaartuigen, waaronder drie barkassen, gewapend met 12 ponders canonnades, en te zamen bemand met 200 koppen, onverhoeds aangevallen. Niettegenstaande het onverwachte van den aanval en de groote overmagt des vijands, zijnde de Schrik met slechts 30 koppen bemand, verdedigde Olyve zich gedurende hijkans twee uren met de grootste onverschrokkenheid, doch ten laatste moest hij voor het geweld bukken. Reeds in het begin van het gevecht werd Olyve zwaar in het aangezicht gekwest, doch niettemin bleef hij het bevel voeren en volstandig den hem aanvertrouwden bodem verdedigen tot dat hij door een tweeden kogel onder de borst getroffen op het dek nederstortte. Op hetzelfde oogenblik beklommen de Britten, die 17 dooden en 25 gewonden telden, onder het aanheffen van juichtoonen, de kanonneergaljoot maakten zich van haar meester en werpen, tot schande der menschheid, den ziel togenden Bevelhebber met drie gesneuvelden over boord.
Zie J.C. de Jonge, Gesch v.h. Nederl. Zeeuw. D. VI. bl. 549, 556.