[Henrious Hieronymus ten Oever]
OEVER (Henrious Hieronymus ten) werd in 1746 geboren. in 1769 predikant te Scharwoude, in 1773 te Giesen-Oudkerk, in 1777 te Oud-Beijerland, in 1784 te Woerden en in 1787 te 's Hertogenbosch. In 1793 kreeg hij een beroep naar Haarlem, doch daarvoor bedankende, benoemde hem de regering van 's Bosch tot hoogleeraar in de wiskunde, en droeg hem ook later het onderwijs in de Oostersche talen op. In 1816 kreeg hij zijn emeritaat en overleed den 2en Mei 1825 in den ouderdom van ruim 79 jaren.
Hij is bij de geleerde wereld gunstig bekend door drie bekroonde verhandelingen. In 1781 behaalde hij het gouden eermetaal bij de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen voor zijne verhandeling over de zedetijke opvoeding der jeugd, en in 1801 voor zijn antwoord op de vraag: Op welke wijze kan men de min kundige ten klaarste en gemakkelijkste den Schepper leeren kennen in zijne volmaaktheden uit zijne werken. Amst. 1801 8.