[Jacob. Oelsen]
OELSEN (Jacob.) Luitenant ter zee, bevelvoerend officier van den Beschermer, tweede schip van de Bataafsche voorhoede in den zeeslag bij Camperduin, 11 October 1797. Aanvankelijk verdedigde zich dat schip kloekmoedig tegen 2 vijandelijke schepen. Gedurende een uur handhaafde de bevelhebber, kapitein Hinxt zich tegen de overmagt, doch ongelukkig bekwam hij een wonde, waaraan hij later overleed. Van dien oogenblik schenen de schepelingen den moed verloren te hebben. Kort daarop werd de bazaansmamast omver geschoten, door welk ougeval het gebruik van het roer belemmerd werd en de Beschermer uit de linie afviel. Van dat oogenblik af nam het schip geen deel meer aan den strijd, zijnde, volgens getuigenis van Oelsen voor den zee-krijgsraad, niet in de gelegenheid geweest om de zich nog verdedigende schepen der voorhoede van de vice-admiraal de Winter bijstand te bieden of den vijand op eenige andere wijze afstand toe te brengen.
Zie Sententie van den Hoogen zee-krijgsraad in de zaak van den overl. kapt. Hinxt en luit. Oelsen; J.C. de Jonge. Gesch. van het Ned. Zeew. D. VI. bl. 195, 196.