[Cornelis Oem van Wijngaarden]
OEM VAN WIJNGAARDEN (Cornelis) zoon van Cornelis Oem van Wijngaarden, meesterknaap van Holland, en van Maria van Abbensbroek en kleinzoon van Willem Oem van Wijngaarden, heer van Grijsoord en van Albrandswaard. Dat hij een der verbondene edelen was, blijkt uit Alva's vonnis tegen hem, Sonoy en Binkhorst, volgens hetwelk hij de vergaderingen der bondgenooten bijwoonde, anderen zocht te bewegen om zich bij dezelve te voegen en de nieuwe godsdienst op alle mogelijke wijze begunstigde. In 't bijzonder wordt nopens van Wijngaarden betigt, dat hij aan de nonnen van Loosduinen bij 's Hage gezegd zou hebben, dat men van haar klooster een duivenhok maken zou, daarenboven zich bij haar beroemde dat de president van den raad te 's Hage zoo verre gebragt was, dat hij zijne toestemming geven zou tot het ontslaan der gevangene beeldbrekers, om welke redenen hij gedagvaard, maar niet verschenen zijnde, uit den lande gebannen werd, met verbeurdverklaring zijner goederen, die hij in Zuid-Holland bezat en hem gedeeltelijk aangebragt waren door zijn echtgenoote Alyd of Elisabeth van Wijsburch, of waarmede hij in ten jare 1555 verlijd was, na den dood van zijnen halven broeder Filips Oem van Wijngaarden, wiens moeder geweest is, Geertruid van Hondhorst. Nadat Alva en de Spaansche dwingelandij uit deze landen geweken was, zou hij naar zijn woonplaats, den Haag, zijn wedergekeerd. Volgens Te Water was hij het, die de begrafenis van Prins Willem I bijwoonde, want zijn halve broeder, ook Cornelis geheeten, was reeds in 1582 overleden. De bondgenoot liet geen handel toe.
Zie Sententien v. Alva, bl. 51, 52; Bor, Ned. Hist. B XVII bl. 57 (455); Te Water, Verb. d. Edelen, D. III bl. 385-387; D'Yvoy van Mijdrecht, Verb. en smeeks. d. Edelen, bl. 57, 58; Balen, t.a.p., bl. 1344.; Van Leeuwen, t.a.p., bl. 1041.