[Revixit van Naarssen]
NAARSSEN (Revixit van), zoon van Thomas van Naarssen en Yda Graas, vestigde zich als wijnkuiper of wijnkooper te Rotterdam, waar hij ‘de verklikker’ werd genoemd. Toen de Remonstranten te Rotterdam in 1619 ten getale van wel 3000 menschen achter het slot Honingen bijeenkwamen om Albertus Hultenus, gewezen predikant van Buren, te hooren, zou hij eene aanzienlijke som hebben bedongen, zoo hij den predikant dood of levend in handen kreeg. Onder zijne leiding begaven zich een veertigtal soldaten derwaarts, doch toen deze bij de vergadering kwamen, was de predikatie reeds geëindigd, en had men, schreef iemand die daarbij tegenwoordig was, den raad van van Naarssen gevolgd, men zou op de burgers hebben geschoten. Hij huwde Anthonetta van Heel, dochter van Jacob van Heel en van Agnes Severyn en stierf in 1655, zij in 1662 beide te Rotterdam, kinderen nalatende.
Zie Balten t.a.p.; Brandt, Hist. d. Ref. D. IV, l. 798, 799.