[Revixit van Naarssen]
NAARSSEN (Revixit van), zoon van Jan van Naarssen, secretaris te Dordrecht en Elisabeth de Jonge. Balen vermeldt het volgende nopens zijn naam (Revixit): Toen zijn vader eens bij ontstoken doovenkolen op zijn kantoor zat, geraakte hij door dien damp geheel buiten zich zelven. Zijn huisvrouw op het kantoor komende, meende dat hij dood was, kreeg hem met groote schrik in een andere kamer, en door bekwame hulpmiddelen weder tot zich zelven, doch, ten uitersten zwanger zijnde, verloste zij door ontsteltenis van een zoon, dien de vader Revixit liet noemen, zeggende: ‘Ik ben als weder levend geworden.’ Hij woonde te Antwerpen, doch vluchtte van daar om de geloofsvervolgingen te ontgaan, terwijl zijne goederen door de Inquisitie werden aangeslagen, en vestigde zich wederom te Dordrecht, waar hij stierf, bij zijne beide vrouwen Magdaleentje N..... en Machteld Evertsdochter kinderen nalatende.
Zei Balen, t.a.p.