[Stoffel Muller]
MULLER (Stoffel), die zich omstreeks 1828-1830 aan het hoofd eener secte plaatste, die zich naar hem Mullerianen of Stoffelianen noemden. Zij bewoonden een soort van ark te Zwijndrecht, hadden gemeenschap van goederen en in hunne gevoelens veel van de oude herdoopers.
Zie Kist en Royaards, Arch. v. Kerkel. Gesch. D. IX. bl. 112.