[Karel Izaak de Moor]
MOOR (Karel Izaak de), zoon van den vorige, was een goed portret schilder, blijkens het portret van den hoogleeraar Albinus, door de gravure van Houbraken bekend. Ook heeft hij geëtst. Zijn etsen onderscheiden zich zeer van die van zijn vader. In het prentkabinet des graven von Sternberg-Manderscheid komen twee bladen voor, waarschijnlijk door hem vervaardigd, als een Buste, half figuur, van een meisje met ontbloote borst, houdende in de linkerhand een geldstuk, en een kwakzalver. Volgens Nagler hield hij zich langen tijd te Parijs op, en met de kunst bezig. De ets die hij vermeldt is echter niet bewezen van hem te zijn. Zijn portret komt voor in de kunstverzameling van J. van der Marck te Leyden, onder No. 431 van de Catalogus.
Zie Nagler, Monogram. u.s.w., Munchen 1858; van Gool, Lev. d. Schilders, D. II. bl. 434; Kramm.