[Phil. Metayer]
METAYER (Phil.), bekwaam kunstdrijver in metaal, bloeide te Amsterdam in het midden der XVIIIe eeuw.
Er bestaat o.a. Eene afbeelding van een overheerlyke goude present-beeker op twee bladen in gr. fo. beteekent. Inventé et cizelé par Ph. Metayer à Amsterdam. J.v. Schley fecit et sculp. 1753 Hagae, sumpt. Anth. de Groot en zoon. De Groot heeft hierbij uitgegeven de geschiedenis van dit vorstelijk geschenk, en het geheel opgedragen aan de Schutterij van 's Gravenhage, waaruit blijkt dat Willem IV haar deze beker had toegezegd, en dat H.K.H. de douairière gouvernante op Dingsdag 1753 haar er mede vereerd heeft.
Zie Kramm, t.a.p.