[Daniel IX baron van de Merwede]
MERWEDE (Daniel IX baron van de), Ridder, Heer van Steyn, Poelwyck en Leer-ambacht. Hij verscheen meermalen ter dagvaart onder Willem VI, en was in 1396 op het tornood te Cuinre in Friesland, door hertog Aelbrecht aangerigt. Hij huwde Margaretha van Heynen uit Vlaanderen, weduwe van Lodewijk van Praet, heer van Moerkerken bij Brugge, bij wie hij drie dochters verwekte.
1 Margaretha, baronesse van de Merwede, erfdochter van Steyn, Poelwyck. Zij huwde omtrent 1410 met Willem, zoon van Reinoud van Brederode en van Jolente, erfdochter van Gennep op de Maze. De heerlijkheid van de Merwede werd door Willem en Margaretha den 8 Julij 1417 in pantschap gegeven aan Gijsbrecht, heer Woutersz. van Genderen, knape, en juffrouw Soete van Beveren Willemsdr. echtelieden. In 1427 verkochten zij de heerlijkheid van de Merwede aan Lodewijk van Praet, heer van Moerkerken en Moerkerkenland. Beide echtelingen deden een bedevaart naar Rome en stierven, kort na hunne terugkomst, 1451, hoog bejaard, zonder kinderen.
2 Jenne van de Merwede, huwde Philips van Spangen, ridder, raad in den Hove van Holland, zoon van Engelbert van Spangen en Elisabeth van Alkemade en stierf kinderloos.
3 Walburg van de Merwede in 1450 non in het St. Angniete klooster te Dordrecht.
Daniel stierf in 1403 in den bloei van zijn leven.
Van Beverwyck spreekt van een verdrag tusschen Dordrecht en heer Daniel van Merwede, in of kort voor 1440 aangegaan, en wordt daarin gevolgd door Balen en Oudenhoven; doch van de Wall ontkent dat er toen een Daniel van de Merwede bestond, op gezag van alle genealogien. Wij vinden echter vermeld dat er een Daniel van de Merwede in 1419 op de pais tusschen vrouwe Jacoba en Hertog Jan van Beijeren te Woudrichem was, en in 1451 een Daniel van de Merwede, die met de stad Dordrecht in onmin geraakt, aannam zich voortaan niet binnen eenige mijlen van de stad te zullen ophouden. Volgens Actenboek der stad Dordrecht 1405-1425