Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 12. Eerste stuk

[Willem Merula]

MERULA (Willem) zoon van den vorige, werd den 9 November 1529 in den Briel geboren. Als een jongeling van 24 jaren van de Parijsche Universiteit wedergekeerd, werd hij door de teederste verknochtheid aan zijn oudoom, Angelus Merula, verbonden. Sints 12 jaren door den dood van zijn vader beroofd, had hij in den pastoor van Heenvliet als een tweeden vader gevonden, die hem dierbaar was om zijne liefde en deugden, en in wien hij met dankbaarheid een leidsman tot de betere kennis des Euangeliums erkende. Sedert zijn oom, op bevel van Sonnius, was gevangen genomen, wijdde hij zich geheel aan hem, volgde hem in zijne ballingschap en stond hem met raad en daad bij. Zoo lang hij mogt deelde hij zijne smarten onder volslagen zelfsverloochening en met opoffering van den schoonsten bloeitijd zijner jeugd. Zijn naam komt in de laatste jaren van zijns ooms levensgeschiedenis herhaaldelijk voor; trouw stond hij den bekenner des geloofs op zijde, den ouden. dooven man in zijne redetwisten en voor zijne regters helpende met zijn gehoor, hem steunende, en, voor zoo ver in hem was, beschermde onder het verraad, dat men aan hem pleegde, en ook ten slotte ooggetuige van des Martelaars heerlijken uitgang. Hij was het, die in later leven door mondelinge en schriftelijke mededeelingen zijnen zoon Paulus in staat stelde tot het naauwkeurig verslag der gebeurtenis. In het najaar van 1557 trad hij in het

huwelijk met Jacoba, dochter van Gijsbert Heermans, uit een aanzienlijk Dordsch geslacht, vriend van Hadrianus Junius, die na hem een zoon (Paulus die volgt) en vier dochters (Agatha, Geertrui, Maria, Elisabeth) geschonken te hebben, 1589, overleed. Volgens de genealogie achter de Fidelis et succincta Commemoratio, was hij eerst ontvangen te Putten, vervolgens bevelhebber van het kasteel van Heenvliet. Na de verovering van den Briel door de Water-Geuzen, schijnt hij naar Dordrecht vertrokken te zijn. Hij komt aldaar echter reeds in 1570 en 1571 als Secretaris der stad voor en overleed 5 Mei 1599, in de ouderdom van 70 jaren.

Zie de aangeh. Genealogie; Balen, Beschrijv. v. Dordr., bl. 358; H. Junii, Epp. p. 209, 290; Moll, Ang. Merula enz. passim.