MEPPEN (Lubbert Alexander van), of MEPPENSIS, broeder van den vorige, was leerling van Alexander Hegius, onderwijzer aan de school der broeders van het Gemeene leven te Deventer. Murmellius noemt in eene opdragt vóór zijne Latijnsche spraakkunst, Herman Struvius en van Meppen als door letterkundige bedrevenheid niet minder dan door zeden en kerkelijk ambt hoogeerwaardig.
[pagina 621]
[p. 621]
Zie Hamelman, Oratio de doctis Westphal. viris, Op. T. I. p. 99, 102, 105, 172; M. Adam, Vitae Philosoph. p. 15; Delprat, t.a.p. bl. 77; Dumbar, Kerkel. en Wereldl. Deventer, bl. 306.