daarom een greintje dichterlijk gevoel te bezitten. Maar zijn roem heeft hij verworven door een meesterlijk geschreven volksboek, getiteld: it libben fen Aagtjen IJsbrants of dy Frieske boerinne, met eene voorrede, ook in het land-friesch. De schrijver heeft de eerste uitgaaf in 1779 zelf geleverd. Sedert verschenen er drie nadrukken: de eerste in 1808 te Leeuwarden, de tweede in 1827 te Sneek, en de derde in 1861 door Waling Dijkstra, met eene voorrede van den archivaris T.R. Dijkstra, uitgegeven. Van zijne Ned. poezij gaf hij eene proeve in: de vernederde en verhoogde Jozef. In zes boeken, 2 dln. Dokkum 1778, 79. 4o.
Het Friesch genoots. bezit ook een hs. met verzen van hem.
Zie Witsen Geysbeek, Biogr. Anth. en Crit. Woordenb. D. IV. bl. 400; Petrus Wierdsma, Petrus Brantsma en Eelke Meinderts, door J.H. Halbertsma, in de Vrije Fries, D. IX. bl. 301 en volgg.