[Helias Meder]
MEDER (Helias), in 1761 geboren, en sedert 1789 predikant te Emden, waar hij 17 Junij 1825 overleed. Zeer geprezen wordt zijn Onderwijs in de beschouwende en beoefenende Godsdienstleer, naar de Heilige Schriften. Amst. 1796.
Jammer is het echter dat in dit geschrift niet die volkstoon heerscht, welke er in vereischt wordt. De voordragt is doorgaans voor het volk te diepzinnig en te verheven. Hierin wordt het door de Beschouwende Godgeleerdheid van W.E. de Perponcher, en nog veel meer door de Handleiding voor mijne leerlingen van Albertus Brink, predikant te Leeuwarden (1797) overtroffen. Hij schreef nog verscheidene andere werken, en in 1814 verscheen van hem te Groningen:
Proeve van onderzoek naar het al of niet betamelijke en noodzakelijke van het gedurig veranderen der begrippen en leeringen omtrent de waarheden van het Christendom.
In 1821 gaf hij Twee historisch praktische eeuwjubel predikatiën op het derde eeuwfeest der Emder Reformatie, gehouden op 10 en 17 Dec. 1820. Emden. 8o. vol naauwkeurige bijzonderheden. Hij huwde Bellina, oudste dochter van den dichter R. Feith.
Zie Ypey, Gesch. v.h. Christend. in de XVIII eeuw, D. VIII. bl. 266, 267; Ypey en Dermout, Gesch. d. Ned. Herv. kerk, D. IV. bl. 273; Boekz. d. Gel. wereld, 1825, bl. 6, 114; Reershemii, Ostfriesl. Prediger-Denkmahl. Lehr 1823, bl. 64.